Waarom eenzaamheid géén zwakte is (en hoe we samen het stigma kunnen doorbreken)

We leven in een samenleving waarin prestatie, zelfstandigheid en ‘alles onder controle hebben’ vaak als norm worden gezien. In dat beeld past eenzaamheid nauwelijks. Het voelt voor velen als een persoonlijk falen – iets dat je voor jezelf moet houden. Maar wat als we je vertellen dat dat beeld niet klopt? Dat eenzaamheid niet iets is om je voor te schamen, maar een menselijke ervaring is die veel meer voorkomt dan we denken?

De stille last van het stigma

Eenzaamheid is niet alleen een emotionele last. Het wordt zwaarder door het stigma dat erop rust. Mensen durven hun gevoel van isolement vaak niet te delen, uit angst om veroordeeld of onbegrepen te worden. Dit stigma is in Nederland net zo aanwezig als elders. Uit onderzoek van het Trimbos-instituut blijkt dat 73% van de mensen met psychische problemen stigma ervaart, waarvan 35% ook zogeheten zelfstigma ontwikkelt – schaamte en zelfveroordeling over hun eigen situatie (Trimbos, 2022).

En dat werkt verlammend. Want zelfstigma beïnvloedt niet alleen hoe je over jezelf denkt, het maakt het ook moeilijker om hulp te zoeken, sociale contacten aan te gaan of open te zijn. Wie zich schaamt voor zijn eenzaamheid, trekt zich sneller terug – en versterkt daarmee onbedoeld de afstand tot anderen. Eenzaamheid wordt zo een zelfversterkende cyclus.

Jong, maar niet zorgeloos

Hoewel eenzaamheid vaak geassocieerd wordt met ouderen, blijkt uit cijfers van het CBS en Movisie dat jongeren er minstens zo vaak mee kampen. Maar liefst 23% van de Nederlandse jongeren tussen de 18 en 25 jaar voelt zich enigszins eenzaam, en 10% ervaart zelfs ernstige eenzaamheid (CBS/Movisie, 2022). De coronaperiode heeft dat nog versterkt. Uit de Corona Gezondheidsmonitor van de GGD/RIVM bleek dat het aandeel jongeren dat zich sterk eenzaam voelt inmiddels vergelijkbaar is met dat van ouderen (GGD/RIVM, 2022).

Wat het extra moeilijk maakt, is dat jongeren vaak nog sterker het gevoel hebben dat ze er ‘niet mee naar buiten mogen komen’. Movisie spreekt van een ‘onderbelicht taboe’: jongeren voelen zich niet alleen, maar óók veroordeeld als ze dat gevoel uiten. In plaats van steun, ervaren ze vaak onbegrip of krijgen ze het verwijt dat ze “meer hun best moeten doen” (Movisie, 2021).

Schaamte en zelfverwijt als obstakels

Het Trimbos-instituut en GGZ Nederland waarschuwen voor de gevolgen van dit stille lijden. Mensen die zich langdurig eenzaam voelen én daarbovenop last hebben van zelfstigma, ontwikkelen vaker psychische klachten zoals depressie, angststoornissen of een negatief zelfbeeld (Trimbos, 2022). Dat is zorgelijk, want het maakt de weg naar herstel alleen maar langer en moeilijker.

Bovendien beperkt stigma niet alleen het individu. Het beïnvloedt hoe de omgeving met eenzaamheid omgaat. Volgens het NEMESIS-2 onderzoek (Ten Have et al., 2015) staat een meerderheid van Nederlanders wel open voor mensen met psychische problemen in hun omgeving, maar wanneer het gaat om meer intieme relaties (zoals vriendschap of partnerschap), daalt de acceptatie sterk. Dit creëert een onuitgesproken afstand: we denken tolerant te zijn, maar handelen daar niet altijd naar.

Maatschappelijke initiatieven en hoopvolle bewegingen

Toch beweegt er iets. De afgelopen jaren zijn in Nederland verschillende campagnes gestart die het stigma rondom eenzaamheid willen doorbreken. Een opvallend voorbeeld is de campagne "Gebruik je stem tegen eenzaamheid", waarin juist niet de eenzame zelf wordt aangespoord tot actie, maar waarin mensen in de omgeving worden uitgedaagd om het gesprek aan te gaan (Movisie, 2023). Dat is een belangrijk keerpunt. Want verbinding ontstaat vaak niet doordat iemand erom vraagt, maar doordat iemand anders het durft aan te bieden.

Ook sociaal-maatschappelijke organisaties zoals Pharos wijzen op het belang van het doorbreken van stigma, zeker onder mensen met een migratieachtergrond of in sociaal-economisch kwetsbare posities. Mensen met een lager inkomen ervaren namelijk twee keer zo vaak ernstige eenzaamheid (Pharos, 2021). Dat laat zien dat het niet alleen om persoonlijke omstandigheden gaat, maar ook om de invloed van ongelijkheid, uitsluiting en beperkte toegang tot sociale activiteiten.

Waarom we bij Project Allone hierover praten

Bij Project Allone willen we dit gesprek openbreken. Niet door te wijzen of te oordelen, maar door ruimte te geven. Want we geloven dat er niets zwak is aan eenzaamheid. Het is geen teken van mislukking, maar van mens-zijn. Juist de moed om je kwetsbaar op te stellen, om toe te geven dat je je alleen voelt, getuigt van enorme kracht. Onze kleding is dan ook meer dan textiel. Het is een signaal: je bent niet alleen, en je hoeft je niet te schamen.

We ontwerpen elk kledingstuk met de bedoeling om herkenning te geven – zodat iemand misschien een gesprek durft te starten of zich gezien voelt zonder woorden. Want soms is het precies dat wat nodig is: één blik, één knik, één herkenning die zegt: “Ik zie jou.”

Samen het verschil maken

Als samenleving kunnen we het verschil maken door anders te kijken naar eenzaamheid. Door het niet langer te zien als een teken van zwakte, maar als een uitnodiging tot verbinding. En door te erkennen dat iedereen, ongeacht leeftijd, achtergrond of status, ermee te maken kan krijgen.

Dat begint bij taal. Laten we stoppen met termen als “zwak” of “klagen”, en ruimte maken voor echte verhalen. En het gaat verder dan woorden. We kunnen het verschil maken door iemand op te bellen, uit te nodigen, of simpelweg oprecht te vragen hoe het gaat – en dan ook echt te luisteren.